dinsdag 10 september 2013

Essay: de klassiekers

Hallo allemaal,

Hieronder mijn essay over de klassiekers. Ik moet daarbij direct melden dat ik het aantal woorden van 300 a 400 niet gehaald heb. Toch leek 1,5 A4-tje mij ook wel goed. Sorry Floor, maar zo kunnen jullie hopelijk een klein kijkje krijgen in het boek om het in de toekomst zelf te lezen. Of om erover van gedachten te wisselen. Bovendien heb ik het boek gelezen in de geïllustreerde uitgave, erg mooie tekeningen. Maar toen ik mijn essay ging schrijven was die uitgave alweer terug naar de bibliotheek en heb ik voor het gebruik van een enkel citaat teruggegrepen op mijn e-readeruitgave in ouder Nederlands.

Groetjes Suzanne



De Klassiekers

Wat maakt een klassieker tot een klassieker? De kenmerken zijn lastig en nergens helder geformuleerd. De verschillende lijsten van klassieke boeken worden veelal samengesteld door literair deskundigen. Maar wat heeft het volk aan de mening van literair deskundigen? Wordt niet ieder boek door de lezer op een andere wijze gelezen en geïnterpreteerd? En toch zijn er boeken die door de eeuwen heen hip blijven. Boeken, die veel mensen lezen, niet omdat ze moeten, maar omdat ze de lezer aanspreken.

Vaak is het thema universeel, het verhaal tijdloos, het taalgebruik elegant, het verhaal interessant en de personages zijn overtuigend. ‘Klassieker’ wordt een verhaal als het uit vroeger tijden stamt en toch niet verouderd is. Aan al deze vereisten voldoet: ‘De reis om de wereld in tachtig dagen’ van Jules Verne.

In dit boek uit 1873 is de hoofdpersoon, Phileas Fogg, een nogal saai persoon. Hij doet iedere dag hetzelfde en alles op de minuten van de klok. Op een dag gaat hij, volstrekt onverwacht, een weddenschap aan dat hij in tachtig dagen om de wereld kan reizen. Zijn bediende Passepartout vergezelt hem op die reis. Beginnend in Londen voert de reis met de stoomboot en de trein, in oostelijke richting over de wereld. Onderweg volgt het ene na het andere avontuur. Zo redt Phileas een mooi meisje en wordt hij achterna gezeten door de Britse recherche. Door de avonturen lijkt de weddenschap te mislukken. De stoomboot en trein maken plaats voor paard en wagen, zeilschepen, olifanten en een ijszeiler. Ik leefde echt mee met Phileas, maar misschien nog meer met Passepartout: sullig, maar goed tot op het bot. Ik was ervan overtuigd dat de weddenschap gewonnen ging worden. De teleurstelling was groot toen bleek dat Phileas de weddenschap verloor. Echter, doordat de reis in oostelijke richting had plaatsgevonden was Phileas de datumgrens in oostelijke richting overgestoken. Dit leverde een dag tijdswinst op. De weddenschap werd alsnog gewonnen. Dit is een mooie en sterke wending.

Vriendschap, weddenschappen, reizen en tijd vormen de universele thema’s. Het zijn thema’s van alledag. De diepgewortelde wens bij de lezer naar avontuur wordt gevoed. En, vanaf de verschijning van het boek maakten velen de reis en traden zij in de voetsporen van Phileas. Het avontuur van het onmogelijke was geboren, zo getuige ook de volgende passage:

‘Om in dit plan te slagen, moest men een wonderdadigen samenloop aannemen van de uren van vertrek en aankomst, een samenloop die niet bestond en die niet kon.’

Hoewel het verhaal zich afspeelt in de tijd van Verne en hij louter de vervoersmogelijkheden van toen gebruikt, is het verhaal tijdloos. Zeker nu de wereld steeds toegankelijker wordt. Mensen gaan soortgelijke weddenschappen aan met eigentijdse vervoersmiddelen.

De personages zijn overtuigend, levendig. Phileas heeft een aantal typisch Engelse kenmerken; zijn netheid, zijn beleefdheid, zijn stiptheid. Hierdoor is het personage herkenbaar en inleving eenvoudig. Dat geldt ook voor Passepartout, zijn bediende. De sullige man die zijn baas probeert te beschermen, die ook de reden is voor tijdsverlies en die uiteindelijk ook de tijdswinst opmerkt. Toch is Phileas de held in het verhaal, al was het om zijn eenvoudige menselijkheid dat in de volgende passage wat mij betreft duidelijk wordt weergegeven.

‘De zonderlinge man had al zijn koelbloedigheid en stiptheid in deze zaak getoond. Maar wat nu? Wat had hij er bij gewonnen? Wat had hij van deze reis meegebracht? Niets, zal men zeggen. Ja toch, een mooie vrouw, die hem – hoe onmogelijk dit ook mag zijn – tot de gelukkigste man op aarde maakte.’

Gesteld kan worden dat het boek ‘De reis om de wereld in tachtig dagen’ een klassieker is. Maar behoort het tot de jeugdliteratuur? Naar mijn mening is het oorspronkelijke verhaal niet gericht op kinderen. De taal is elegant, maar er worden moeilijke woorden gebruikt en lange zinnen gemaakt. De hoofdpersoon is geen kind dat avonturen beleeft maar een saaie volwassene. Wel is het boek vooral gericht op ontspanning welke functie in de eeuwwisseling aan belang won.

Hoewel het verhaal niet geschreven lijkt voor kinderen, zijn er wel speciale kinderversies verschenen. Ik vind het verhaal voor docenten een goede kapstok om informatie aan op te hangen. Bij Nederlands voedt het de leesvaardigheid en breidt het de woordenschat uit. Voor aardrijkskunde en geschiedenis zijn de mooie beschrijvingen van andere landen en culturen in andere tijden relevant. En gelet op de mooie rekensom die de tijdswinst verklaart, is het boek zelfs bruikbaar bij wiskunde. Dit boek, niet geschreven voor kinderen is wel verworden tot een boek voor kinderen. Geldt dat voor alle klassiekers?

7 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bedankt voor de aftrap Suzanne.

    Wat maakt een boek tot een klassieker?
    Mijn definitie: een boek dat ondanks de leeftijd de generaties overleeft en blijft boeien. Als het gaat om jeugdliteratuur zou ik er aan toe willen voegen: voor zowel jong als oud.

    Zelf heb ik de avonturen van Robinson Crusoë en Tom Sawyer gelezen. Het eerst boek vind ik ook geen kinderboek. Hoe Rousseau aan de stellingname komt alleen dit boek aan kinderen voor te schrijven, begrijp ik niet: Robinson was allesbehalve een onbeschreven blad toen hij op dat eiland aanspoelde.
    Nee, dan liever Mark Twains Tom Sawyer wiens ondeugd wordt verheven tot een deugd! De romantiek van de jeugd wordt hierin duidelijk belicht. Het avontuurlijke, vrije en ontluikende leven wordt hierin bezongen met alle tijdloze perikelen en heerlijke filosofieën. Het doet je ook als volwassene verlangen naar de onbezorgde jeugd. Dat is voor mij een (jeugd)klassieker!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik ben het eens met de bespreking van het boek en vind Suzannes argumenten voor het klassieke karakter prima. Duidelijke voorbeelden hierbij.

    Eén van de klassiekers op mijn lijst is ‘Spaar de spotvogel’ van Harper Lee. Suzannes argumenten zijn hier ook op van toepassing, maar voor mij zit daar nog een heel belangrijke laag onder: al deze elementen komen extra sterk naar voren omdat de hoofdpersoon (Scout Finch) een 6-jarige is, die de lezer laat meekijken in het leven van een dorpje in het zuiden van de VS tijdens de Great Depression. Ze is getuige van rassenhaat, schuld en onschuld, recht en onrecht, menselijke waardigheid en nog veel meer (zware) thema’s, maar door de keuze van dit kinderperspectief krijgt het verhaal iets onschuldigs, waardoor het als minder ‘zwaar’ aanvoelt. Dus hier niet de jongere die het moet opnemen tegen een volwassene, maar een beschermd opgevoede jongere die haar weg moet vinden in de onrechtvaardige volwassen wereld. Door goed gekozen literaire middelen als symbolen (de spotvogel), sterke dialogen en het gekozen kinderperspectief, ontdekt en leert de lezer samen met Scout. O.a. deze wijsheid die belangrijk is voor het hele verhaal:

    “Remember it’s a sin to kill a mockingbird.” That was the only time I ever heard Atticus say it was a sin to do something, and I asked Miss Maudie about it.
    “Your father’s right,” she said. “Mockingbirds don’t do one thing but make music for us to enjoy . . . but sing their hearts out for us. That’s why it’s a sin to kill a mockingbird.”

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Floor, een vraag hierbij: ik loop telkens tegen de moeilijkheid aan dat de definitie van thema en motief verschillend is. Een thema zou zijn: in één of een paar woorden zeggen waar het boek eigenlijk om gaat. En motieven zouden subthema's zijn die je naar het thema leiden, bijv. vriendschap, oorlog, liefde enz. Dat zou ik thema's noemen. Daarbij vind ik 'Spaar de spotvogel' niet in één of een paar woorden te vatten en heb ervoor gekozen om alleen het woord 'thema's' te gebruiken i.p.v. thema en motieven. Kun jij aangeven hoe we dat moeten doen voor het tentamen waar we de thematiek van de boeken moeten aangeven?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Dag Suzanne en allemaal,
    Suzanne, bedankt voor je heldere essay over 'Een reis om de wereld in tachtig dagen'. Erg goed hoe je eerst de kenmerken van een klassieker benoemt en het boek vervolgens aan de hand van deze kenmerken analyseert. Je schrijft een helder betoog dat je onderbouwt met voorbeelden. Dit is een prima essay om als voorbeeld te dienen voor de rest!
    De uiteenzettingen over 'Tom Sawyer' en 'Spaar de spotvogel'vormen daarop een goede aanvulling. Jullie geven samen heel goed weer, wat de gezamenlijke kenmerken van klassiekers zijn en hoe laten zien hoe die kenmerken tot uiting komen bij heel verschillende boeken.
    Ik wil graag even reageren op de opmerkingen van Suzanne en Paul over of de boeken van Verne en Defoe wel of niet geschreven zijn voor kinderen. Jullie hebben gelijk dat deze boeken, vanuit ons perspectief, niet als kinderboeken beschouwd kunnen worden. Maar dit heeft ook te maken met de geschiedenis van de literatuur, al dan niet voor kinderen/jongeren, en de veranderende visie op kinderen. Wij hebben heel andere opvattingen over wat geschikt is voor kinderen dan de schrijvers van toen. En de kinderen van toen waren ook heel andere boeken gewend dan de kinderen van nu, als het gaat om taal en stijl. In de stof voor deze week kunnen jullie daar alles over lezen (geschiedenis van de jeugdliteratuur). Het is een interessante vraag of 'Robinson Crusoe' en 'Reis om de wereld...' wel echt voor kinderen zijn geschreven, of pas later tot kinderverhaal werden gemaakt. Ook dat heeft te maken met de visie op het kind van toen.
    Een mooie conclusie van jullie is dat het bij klassiekers inderdaad niet uitmaakt: een klassieker is vaak indrukwekkend voor zowel kinderen als volwassenen.

    Marjan, jij belicht een heel ander type klassieker. Bijzonder en leuk dat je dit boek bespreekt en op je lijst hebt gezet! Wat je schrijft over het effect van het kinderperspectief op de lezer is treffend. De botsing tussen kinderwereld en volwassenenwereld zorgt inderdaad voor een schokkende leeservaring. Dat zal de komende weken ook nog in andere essays aan de orde komen.

    Het eerste essay en de reacties hierop zijn veelbelovend, ik verheug me op wat komen gaat!

    Hartelijke groeten, Floor

    BeantwoordenVerwijderen
  6. PS. Marjan, wat betreft thema's: je hebt gelijk dat de termen als vriendschap, oorlog etc. eerder thema's zijn dan motieven. Motieven zijn terugkerende elementen die leiden naar een thema of een thema ondersteunen, verduidelijken. Het hangt af van het werk af of iets een thema is (dus: een onderwerp dat eigenlijk in het hele boek aanwezig is, dat het boek als het ware 'draagt') of een subthema/motief (minder belangrijk dan het thema, maar er wel mee verbonden). Op het tentamen gaat het er vooral om dat je de thema's benoemt en deze kort toelicht. Je mag daarbij ook motieven noemen als aspecten van dat thema, maar het gaat om de kernthema's. Als je die helder kunt toelichten en dus inzicht hebt in de betekenis van het boek, is het goed.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Voor het genre ‘klassiekers’ heb ik Pinokkio van C. Collodi gelezen en ook Alleen op de wereld van H. Malot. Pinokkio zal ik aanhalen in mijn reactie op dit essay.

    Volgens Suzanne is het thema van een klassieker vaak ‘universeel, het verhaal tijdloos, het taalgebruik elegant, het verhaal interessant en de personages overtuigend. ‘Klassieker’ wordt een verhaal als het uit vroeger tijden stamt en toch niet verouderd is.’ Aan al deze vereisten voldoet ook: Pinokkio van Collodi.
    Pinokkio is het verhaal van een dommige houten harlekijn, die graag een echte jongen wil worden. In dit boek staat na elke opdracht die Pinokkio krijgt een maar… Hij wil graag elke opdracht die hij van zijn ‘vadertje Gepetto’ en van de goede fee krijgt volbrengen, maar steeds wordt hij afgeleid en wijkt hij af van zijn opdracht. Hierdoor komt hij steeds in de problemen. Uiteindelijk blijkt dat Pinokkio toch een goed hart heeft en wordt hij veranderd in een echte jongen.
    Pinokkio is een niet verouderd verhaal. Nog steeds bestaan er jongens en meisjes die zich steeds laten afleiden door allerlei minder belangrijke zaken om hen heen. Hierdoor is het verhaal ook universeel en interessant. De personages in de dit boek zijn overtuigend neergezet. Neem bijvoorbeeld de passage waar baas Vuurvreter aan bod komt, de baas van de marionetten die in de stad komt:

    ‘Maar toen kwam de baas van het poppentheater tevoorschijn. Die was zo lelijk dat iedereen al bang werd als ij hem zag. Hij had een inktzwarte baard die helemaal tot op de grond hing, zodat hij er steeds weer op trapte als hij liep. Zijn mond leek wel de muil van een roofdier. En in zijn handen hield hij altijd een vervaarlijke zweep, gevlochten van slangenhuid en vossestaarten – en hij liet die zweep klakken alsof hij een wereldberoemde dierentemmer was: klak! Klak!’

    Alle personages in Pinokkio worden zo uitgebreid beschreven.

    Volgens Suzanne is haar hoofdpersoon uit het boek een ‘nogal saai persoon’. Van Pinokkio kan dit geenszins gezegd worden. Pinokkio is wispelturig, eigenwijs, eigengereid, dapper en een beetje dommig, maar avontuurlijk. Dit maakt Pinokkio volgens mij dan ook een echt kinderboek.

    De thema’s die de boventoon voeren in Pinokkio zijn: avontuur, gehoorzaam zijn, liefde. Universele thema’s van alle tijden. Al vind ik ‘gehoorzaam zijn’ op de manier geschreven zoals Collodi dat heeft gedaan, erg passen in het historisch perspectief waarin Pinokkio geschreven is, namelijk eind negentiende eeuw. De belerende vinger werd toen opgeheven naar de kinderen en het onderwijzen van hen. De kinderen waarschuwen voor de gevolgen van hun daden en het belonen van goede daden was toen populair.

    'Hoe kan dat nu?' riep Pinokkio. (...) 'Dat hebben we aan jou te danken,' zei Vader Gepetto. 'Aan mij? Waarom?' 'Omdat je 't verdiend hebt om een jongen te worden en echte fijne jongens zoals jij, die maken het hele huis vrolijk.'

    Al met al behoort Pinokkio wat mij betreft tot jeugdliteratuur. Zeker met het oog op de belerende toon waarin dit boek geschreven is voor kinderen.

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.